Thessaloniki
Mijn derde dag in Thessaloniki. Tot nu toe quarantaine (ook geen straf - mooie stad) en terughoudend zijn. Morgen begin ik met het werk. Gisteren heb ik vast de ruimtes gezien en alvast veel begrepen over het werk in migrantenkampen. Sommige containers en tenten hebben een gezellige voortuin. Knus, zou je denken. Gelukkig is er wel een soort levensvreugde. Maar het betekent ook dat de gezinnen er al veel te lang zijn. De containers zijn geschikt voor een paar maanden, maar zijn al veel langer in gebruik. Inmiddels zakken ze zo langzaam in elkaar. En dan te beseffen dat veel van het klein grut dat er rondloopt, zijn jeugd daar doorbrengt. Ik was onder de indruk van sommige meiden, jonge tieners, die behoorlijk Engels spreken en kunnen tolken. Ze zijn superbelangrijk; zelfstandige dames!
Er is een oude fabriekshal, netjes opgeknapt en onderhouden.
De meiden en vrouwen uit het kamp knappen de tuin op, maken muurschilderingen en
creëren zo hun eigen plek. Ook dat is levensvreugde. We zullen daar les geven,
sporten – er zijn goede volleybalsters – en meer. We - dat zijn nu enkele andere vrijwilligers,
sommigen wonen gewoon in de buurt. Gelukkig wel, er is positief contact met de
nabije gemeenschap.
Voor de coronacrisis waren er soms wel 20 vrijwilligers. Dat
is nu substantieel opgedroogd. Ook de werkwijze is veranderd. Maar er gebeuren
weer vele zinvolle dingen. Een voorbeeld is de voorlichting over Corona door
medische vrijwilligers. Zij kennen de bewoners en kunnen dat laagdrempelig doen
– anders dan de autoriteiten. Op dat vlak wordt er goed samengewerkt.
Ikzelf – ik heb er zin in. Ik zal de komende weken de mensen
van het kamp, de vrijwilligers en de coördinator beter leren kennen. En me in
eerste instantie losmaken van mijn eigen ideeën. En dan ruimte laten komen voor
wat er ontstaat, aan contact en wie weet, ook aan ideeën.
Reacties
Een reactie posten